woensdag 13 juli 2016

Frank Westerman's Provinciale Schrijverij 3


Laat nog eens tot u doordringen wat hieronder is geschreven door de journalist/auteur Frank Westerman:

Als collega-redacteur bij NRC Handelsblad mocht ik Henk zeggen, maar ik durfde hem domweg niet aan te spreken. Twee turven hoog, en toch zoveel autoriteit! Wat me weerhield was geen vrees, maar ontzag. 

Om een handtekening heb ik nooit durven vragen. Hoe zou ik dat moeten aanpakken – met een klop op de deur van zijn schrijfkamertje aan de Paleisstraat in Amsterdam, waar de beroemde sofa stond waarop hij zijn middagtukjes deed (power naps avant la lettre)?

In plaats daarvan zag ik mijn kans schoon toen ik in 1996 op reportage mocht naar New York. Uit eerbetoon en nieuwsgierigheid, niets dan dat, liep ik van het Empire State Building naar Hoflands tweede huis: het Chelsea Hotel. Rode baksteen. Merkwaardige balkonnetjes. Shabbyness. Maar ook: een tijdloze lobby met hout en glas, versleten vloerkleden, kraakverse exemplaren van The New York Times. Ik nam plaats in een van de zetels, opgaand in het filmdecor om me heen, en niet omdat Allen Ginsberg of Arthur Miller hier ooit zaten. Maar gewoon om me voor even Hofland te wanen.

In het virtuele wereldje van Frank Westerman zat H.J.A. Hofland niet op een stoel of op een fauteuil, maar op een 'zetel' in een 'filmdecor.' Hoewel de zo bewonderde mainstream-opiniemaker slechts 'twee turven hoog' was, meende Westerman dat de grijze eminentie van de polderpers 'toch zoveel autoriteit [bezat],' dat Frank, die zelf ook 'twee turven hoog' is, maar aanzienlijk veel minder 'autoriteit' bezit, diep onder de indruk was, is en zal blijven. Van belang is hierbij te weten dat de 51-jaar oude Westerman behoort tot de eerste generatie die in een beeld-cultuur is opgegroeid, en voor hem geldt het begrip 'filmdecor' als méér werkelijkheid dan de werkelijkheid zelf. Voor zijn leeftijdgenoten werd bijvoorbeeld 11 september 2001 als een film ervaren, de beelden waren zo waarheidsgetrouw dat ze op een film leken. In deze omgekeerde wereld is het referentiekader om de werkelijkheid aan af te meten niet meer dan fictie, vandaar dat voor  Westerman iemand als Hofland op een 'zetel' zit, omringd door een 'filmdecor,' dat als 'Hoflands tweede huis' fungeerde, met -- geheel in de stijl van de glossy magazines --'exemplaren van The New York Times' op salontafels, niet om te lezen, maar om 'kraakvers' te zijn. Et voilà, 'Kuifje in Amerika' die zich even 'Hofland' waande. Typerend daarbij is dat Westerman zich niet identificeert met een groot Amerikaans dichter en een groot Amerikaans toneelschrijver die beiden genadeloos de ziel van de VS blootlegden, maar met een lichamelijk en geestelijk 'twee turven hoge' Hollandse 'heer,' die in de polder alom gezien werd als spreekbuis van de gevestigde orde, en voor wie Frank ook nog posthuum een diep 'ontzag' koestert.

Het is telkens weer verbijsterend om te ontdekken waar de mainstream-journalist in de polder zijn grenzen trekt. Verder dan de dijken reikt zijn visie niet, met als gevolg de erbarmelijk lage kwaliteit van de Nederlandse journalistiek, en haar schrijnend gebrek aan enig inzicht in geopolitieke machinaties. Hierover schaamt de zelfgenoegzame 'politiek-literaire elite' zich geenszins. De digitale uitgeverij Fosfor prees dan ook zonder enige schroom Westerman's voorwoord bij Tegels Lichten aan met de kwalificatie 'prachtig,' terwijl toch de opwalmende kleinburgerlijkheid overduidelijk demonstreert hoe weinig kosmopolitisch de provinciaals denkende pers alhier is. In Nederland worden niet alleen journalisten 'beroemd,' maar ook de 'sofa' waarop zij 'middagtukjes' doen. Tot hoever gaat het 'ontzag' voor een collega voordat het lachwekkend wordt? Allemachtig, Frank, hoe krijg je al die oubollige nonsens uit je tekstverwerker? Wat zegt dit over jouw journalistieke houding? Ik heb in de hoedanigheid van VPRO-journalist bedevaartsoorden als het Chelsea 'filmdecor' altijd angstvallig vermeden, omdat het voor een buitenlandse journalist/schrijver een kitsch-wereld vertegenwoordigt. Toen ik een jaar of 35 geleden Allen Ginsberg ergens in Mexico tegen het lijf liep, heb ik hem meteen aangesproken, omdat ik geleerd had van zijn wijze van kijken. Mensen die ik respecteer of -- vooruit dan maar -- 'ontzag' voor heb, vraag ik niet om een 'handtekening,' maar spreek ik aan om ervaringen uit te wisselen. Wat dat betreft ben jij nog steeds een typische Drent, gehandicapt door een kennelijk onuitroeibaar 'ontzag' voor de hoge 'heren' uit de stad, die in jouw ogen 'zoveel autoriteit' uitstraalden dat jij dit nog eens bekrachtigd met een uitroepteken. Laat ik proberen jouw 'ontzag' voor 'toch zoveel autoriteit!' enigszins te temperen, want jouw houding leidt bij een journalist c.q. schrijver tot een gevaarlijke blindheid. Daar gaan we. Wat opvalt in Hoflands werk is de continuïteit van zijn pro-Atlantisch standpunt en de daaraan onlosmakelijk verbonden weerzin tegen de ‘Russen.’ Zo concludeerde de opiniemaker die jij ‘domweg niet [durfde] aan te spreken’ omdat hij ‘zoveel autoriteit!’ bezat, in 1963 == tijdens het hoogtepunt van de Koude Oorlog, die eind 1962 bijna in een nucleair armageddon was geëindigd -- in een propagandapamflet voor de Stichting Volk en Verdediging onder de titel ‘Waarom verdedigen wij ons?’ dat ‘Amerika kwantitatief en misschien ook wel kwalitatief een superieure cultuur is.’ 

Inmiddels is de naam van de Stichting Volk en Verdediging veranderd in de wat martialer klinkende Stichting Maatschappij en Krijgsmacht die ‘zich ten doel stelt om de verhouding tussen de krijgsmacht en de maatschappij te optimaliseren,’ aangezien nog steeds niet iedere burger volledig is doordrongen van het nut om met massaal geweld de belangen van de westerse elite veilig te stellen. Vandaar de noodzaak van collaboratie van een overtuigd Atlanticus als Henk Hofland. Ook in de polder moet het westers militair-industrieel complex voortdurend worden gelegitimeerd, dat wil zeggen: net zolang tot een Derde Wereldoorlog deze propaganda voorgoed onnodig heeft gemaakt. Ondertussen heeft het neoliberaal kapitalistische bestel de chaos en ongelijkheid in de wereld alleen maar vergroot, en blijft het ‘verdedigen’ van de elitebelangen vele miljarden aan belastinggeld verslinden. Alleen al in de VS jaarlijks meer dan de helft van het federale budget dat het Congres kan toewijzen. De Zuid-Amerikaanse auteur, wijlen, Eduardo Galeano had gelijk, toen hij in zijn — ook in het Nederlands vertaalde boek — Ondersteboven (1998) vaststelde dat de

wereldeconomie nooit minder democratisch [is] geweest, nooit is de wereld zo schandalig onrechtvaardig geweest. In 1960 bezat twintig procent van de mensheid, het rijkste deel, dertig keer zoveel als de armste twintig procent. In 1990 was het verschil zestig keer zo groot. Sindsdien is de schaar alleen maar verder opengegaan: in 2000 was het opgelopen tot negentig keer. 

Op zijn beurt zette de directeur van van het United Nations Development Programme, James Gustave Speth, in 1997 uiteen 

dat het aantal rijken in de wereld in de afgelopen halve eeuw was verdubbeld, maar dat het aantal armen was verdrievoudigd en dat zestienhonderd miljoen mensen het slechter hebben dan vijftien jaar eerder… in ieder land wordt het onrecht gereproduceerd dat de betrekkingen tussen de landen bepaalt en wordt de kloof tussen wie alles hebben en wie niets jaar na jaar steeds breder. Op het Amerikaanse continent weten wij dat heel goed. In het noorden, in de Verenigde Staten, beschikten de rijken een halve eeuw geleden over twintig procent van het nationaal inkomen. Nu is dat veertig procent.

Voor alle duidelijkheid, nogmaals een ‘autoriteit!’ op dit gebied, de de eerder geciteerde Galeano:

De macht, die onrecht uitoefent en ervan leeft, zweet geweld uit al haar poriën. In de hel van de krottenwijken loeren de zwarte veroordeelden, schuldig aan hun armoede en met een erfelijke neiging tot misdaad: de reclame doet hen watertanden en de politie verjaagt hen van tafel. Het systeem weigert wat het aanbiedt, magische artikelen die dromen in werkelijkheid omzetten, door de tv beloofde luxe, neonreclames die in de nacht van de stad het paradijs aankondigen, pracht en praal van de virtuele rijkdom: zoals de eigenaren van de echte rijkdom heel goed weten is er geen valium genoeg om zoveel verlangen te stillen en ook niet genoeg prozac om zoveel kwelling te sussen. Gevangenis en kogels vormen de therapie voor de armen.

Tot twintig jaar geleden was armoede het product van onrechtvaardigheid. Links klaagde het aan, het midden gaf het toe, rechts ontkende het zelden. In korte tijd zijn de tijden erg veranderd: nu is armoede de terechte straf voor inefficiëntie. Armoede mag dan medelijden opwekken, maar brengt geen verontwaardiging meer teweeg: er zijn armen door de regels van het spel of de onafwendbaarheid van het lot. Ook is geweld niet de dochter van het onrecht. De dominante taal, in serie geproduceerde beelden en woorden, werkt bijna altijd ten dienste van een systeem van beloning en straf, dat het leven opvat als een meedogenloze race tussen enkele winnaars en vele voor het verlies geboren verliezers.

Deze ontwikkeling is mogelijk gemaakt en wordt met geweld in stand gehouden door de westerse macht, onder aanvoering van het ‘Amerika,’ dat ‘kwantitatief en misschien ook wel kwalitatief een superieure cultuur is,’ aldus de man voor wie jij zoveel ‘ontzag’ koestert dat jij hem zelfs niet eens om zijn ‘handtekening’ durfde te vragen. Als gevolg van deze ‘superieure cultuur’ bezitten sinds dit jaar een groepje van 62 individuen op aarde evenveel als de helft van de hele mensheid tezamen. Frank, wij kennen elkaar al wat langer, en dus kun je begrijpen dat ik geen enkel ‘ontzag’ heb voor een mainstream-opiniemaker als Hofland, die propaganda voor deze terreur maakte. Bovendien betekende zijn pro-Atlantische houding tevens een nauwelijks verholen agressie tegenover de ‘Russen,’ zoals bleek toen de éminence grise van de polderpers in De Groene Amsterdammer van 11 februari 2015 deelnam aan de lastercampagne tegen de Russische Federatie door met grote stelligheid te beweren dat 'President Poetin geen compromis [wil], zoals de praktijk van deze oorlog aantoont, en het dus noodzaak [is] voor het Westen om grenzen aan de Russische expansie te stellen. We naderen het stadium waarin van Poetin alles te verwachten valt. Eerst werd de Krim geannexeerd, nu is er deze burgeroorlog in Oekraïne' en 'het niet meer dan redelijk [is] je af te vragen wat daarna op de agenda van Moskou staat.’ Tegelijkertijd bleef de hoogbejaarde Hofland, die de consequenties van de hetze tegen een nucleaire grootmacht niet hoefde mee te maken, de VS verheerlijken door in De Groene Amsterdammer van 15 april 2015 te stellen dat ook al zal ‘het Westen zich moeten aanpassen,’ dit ‘nog altijd bij voorkeur onder Amerikaanse leiding,’ zal moeten verlopen, zolang het maar ‘een Democraat is,’ in dit geval de havik Hillary Clinton die hij een jaar voor zijn dood aanprees als ‘de ideale kandidaat’ voor het Amerikaanse presidentschap. Belangrijk is te weten dat mevrouw Clinton door zowel progressieven als conservatieven gezien wordt als een exponent van het Amerikaanse militair-industrieel complex. Zo wees zaterdag 9 juli 2016 de vooraanstaande Amerikaanse econoom, hoogleraar en voormalig Wall Street analyst en consultant Michael Hudson op het volgende: 

Well, lo and behold, the military-industrial complex is one of the big contributors to the Clinton Foundation, as is Saudi Arabia, and many of the parties who are directly affected by her decisions. Now, my guess is what she didn’t want people to find out, whether on Freedom of Information Act or others, are the lobbying she’s doing for her own foundation, which in a way means her wealth, her husband’s wealth, Bill Clinton’s wealth, and the power that both of them have by getting a quarter billion dollars of grants into the foundation during her secretary of state,

en op de vraag ‘why isn’t this a bigger issue in the media? Corporate media?’

antwoordde Hudson:

I think the media are supporting Hillary. And that’s a good question. Why are they supporting her so much with all of this? Why aren’t they raising this seemingly obvious thing? I think the media want two things that Hillary wants. They want the trade agreements to essentially turn over policy to, trade policy to corporations, and regulatory policy to…

JAY: You’re talking about TTIP and [TTP].

HUDSON: [They’re neocons.] They’re the agreement of politics. If the media agree with her politics and says, okay, we want to back her because she’s backing the kind of world we want, a neocon world, a neoliberal world, then they’re going to say, this is wonderful. We can now distract attention onto did she leak a national secret. Well, the secrets that are really important aren’t the national classification secrets. They’re the personal, personal, the big-picture secrets. And it’s the big picture we don’t have a clue of as a result of all of these erasures.

Door zijn uitspraken en voorkeuren kon iedere onafhankelijke journalist precies bepalen waar Hofland ideologisch stond, namelijk aan de kant van de blinde macht die geen enkele terreur schuwt om haar belangen uit te breiden en/of veilig te stellen. Inclusief jij, Frank. Hofland ging zelfs zo ver in zijn verdediging van het westers establishment en zijn NAVO dat hij zijn oude vriend Willem Oltmans verraadde in een poging diens journalistieke integriteit voorgoed te vernietigen, een in mijn ogen minne streek waardoor ik me afvroeg waarom jij zoveel ‘ontzag’ voor deze man hebt. Immers ‘ontzag’ heeft een mens voor iemand die hij waardeert en bewondert, het is een emotie, voortkomend uit ‘eerbiedige bewondering en groot respect.’ De journalist, wijlen, Martin van Amerongen wees er ooit eens in een portret van Hofland op dat ‘Tussen zijn regels door een merkwaardig, moeilijk te verklaren soort agressiviteit,’ schemerde. Een agressiviteit die ook ik bespeurde wanneer ik met Hofland sprak, en die zich ondermeer manifesteerde in zijn haat tegen ‘de Russen’ en het feit dat hij met weemoed constateerde dat ‘[z]owel in West-Europa als in Amerika bij een zeer groot deel van het publiek de vaderlandslievende eerzucht en de strijdlust verloren [zijn] gegaan.’ Probeer je even voor te stellen Westerman, wat ‘vaderlandse eerzucht’ en ‘strijdlust’ in concreto betekent in een kernwapen-tijdperk, waarin honderden miljoenen burgers, zo niet miljarden door een nucleaire oorlog zullen worden vernietigd. ‘Ontzag’ voor een dwaas? Wat bezielt je Frank? Wat voor erfenis laten Hofland en jij na voor de komende generaties, onder wie eigen kinderen? 

Ik keer terug naar Hoflands stelling dat hij en dus ‘wij’ de toekomst ‘bij voorkeur onder Amerikaanse leiding’ tegemoet moeten treden, en wel omdat, zoals hij ruim een halve eeuw eerder al had gesteld ‘een superieure’ grootmacht was. De massale Amerikaanse terreur en expansionisme in Vietnam, Afghanistan, Irak, Libië, Syrië, etc. had geen wezenlijke verandering gebracht in Hoflands oordeel over de elite in Washington en op Wall Street. Sterker nog, nadat de NAVO-bombardementen Libië in een totale chaos hadden achtergelaten suggereerde Hofland anno 2012 in De Groene Amsterdammer dat 'de Libische manier,’ ook in Syrië zou kunnen worden toegepast, omdat het, volgens hem, in Libië ‘redelijk goed afgelopen’ was, en wel omdat ‘we,’ zo was zijn journalistieke argumentatie, 'Libië niet meer op de televisie [zien].’ Als opiniemaker schreef Hofland -- wiens ‘strijdlust’ legendarisch was zolang hij zelf maar buiten schot bleef -- in alle rust in ‘zijn schrijfkamertje aan de Paleisstraat in Amsterdam, waar de beroemde sofa stond waarop hij zijn middagtukjes deed’ het volgende:

Minister Hillary Clinton zei verder dat Amerika de opstand gaat steunen met digitale apparatuur, nachtverrekijkers en dergelijk materiaal. Is dit het begin van de feitelijke steun? Misschien een nieuwe fase in de trage ontwikkeling naar solidariteit door gewapende interventie. Maar wapenleveranties blijven nog altijd taboe, al tonen Saoedi-Arabië en Qatar nu tekenen van bereidheid. Tekenen, daar schiet je in Homs nog niets mee op.

Hofland had liever gezien dat de NAVO, onder aanvoering van het ‘superieure Amerika’ op ‘de Libische manier’ Syrië net zo lang had gebombardeerd dat het Assad-regime dat op de steun van een aanzienlijk deel van de bevolking steunt, ten val was gebracht en — zoals toen al door deskundigen voor gewaarschuwd werd — fundamentalistische terroristen en hun aanhang de macht in handen hadden gekregen, zoals eerder al de Taliban in Afghanistan lukte, en allerlei terroristische organisaties in Irak en Libië het land in totale chaos hadden veranderd.  Hoewel de zo gerespecteerde  dwaas in De Groene Amsterdammer van 4 april 2012 schreef dat ‘dit trage proces’ misschien tot ‘het begin van een resultaat’ zou leiden, constateerde hij verbolgen: 

Maar wapenleveranties blijven nog altijd taboe, al tonen Saoedi-Arabië en Qatar nu tekenen van bereidheid. Tekenen, daar schiet je in Homs nog niets mee op.


Het was, volgens hem, de hoogste tijd om de terroristen zwaar te bewapenen, en militair te steunen om in Syrië een neoliberale ‘democratie’ te vestigen die overal ter wereld waar met ‘superieur Amerikaans’ geweld zulke voorbeeldige resultaten hebben opgeleverd, zoals Vietnam, Chili, Kongo, Iran, Guatemala, Afghanistan, Irak, etcetera zo onweerlegbaar hebben aangetoond. De krankzinnigheid van Hoflands beweringen bleef in het voorheen kritische weekblad De Groene onweersproken. Niemand van wat Hofland de 'politiek-literaire elite,' heeft genoemd, waar volgens hem geen 'natie zonder' kon — ook zijn fan Frasnk Westerman niet — stelde de voor de hand liggende vraag af waarom ‘Saoedi-Arabië en Qatar’ door Hofland ten voorbeeld worden gesteld als zijnde landen die zich zouden inspannen voor het vestigen van een democratie in Syrië? Zoals algemeen bekend is Qatar een absolute monarchie, waar volgens Amnesty International dissidenten gemarteld worden, terwijl Saoedi-Arabië gerund wordt door een corrupte familie die zich specialiseert in het schenden van de mensenrechten en het oorlogsrecht, zoals ‘we’ de afgelopen jaren in Jemen hebben kunnen zien. Hoflands dwaasheid illustreert het erbarmelijke lage niveau van de polder-intelligentsia. De socioloog en emeritus-hoogleraar Abram de Swaan gaf daar zo’n treffend voorbeeld van toen hij jaren geleden publiekelijk beweerde dat Hofland 'de krant van gisteren is ontstegen,' en sinds dat magisch ogenblik tot 'de onsterfelijken’ behoorde, even ‘onsterfelijk’ als zijn ‘beroemde sofa’ mogen we aannemen. (Even terzijde: waar is die ‘beroemde sofa’ nu? Moet dit fameus object niet met spoed naar een museum worden overgebracht? Frank, ligt hier geen taak voor je?) Een van de belangrijkste redenen waarom voor Hofland zijn ‘Hillary’ de ‘ideale kandidaat’ was voor het Amerikaanse presidentschap was juist dat de bellicose vertegenwoordigster van het Amerikaanse establishment nog zoveel ‘vaderlandse eerzucht’ en tevens mannelijke ‘strijdlust’ bezit, zoals opnieuw bleek toen zij samen met Qatar en Saoedi- Arabië ‘tekenen van bereidheid’ toonde om terroristen en rebellen te bewapenen zodat Syrië, net als Afghanistan, Irak en Libië uiteen zou vallen in elkaar bestrijdende etnische groeperingen zodat Israel met steun van de zionistische lobby in het Westen kan uitgroeien tot de regionale hegemonistische macht in het Midden-Oosten, en zo als huurlingenstaat de belangen van de westerse elite kan veilig stellen. Maar daarover sprak Hofland nooit omdat hij maar al te goed wist waar precies de grenzen liggen van de mainstream-pers. Daarentegen belicht de Amerikaanse libertaire journalist Nick Gillespie in The Daily Beast van 10 juli 2016 de werkelijkheid van Hoflands ‘ideale kandidaat’ door te wijzen op onder andere haar ‘absolute lack of an original, coherent, compelling vision for 21st-century America.’ Gillespie

Love her or loath her, we voters deserve better than a figure who has spent a quarter-century in the public eye and yet has had to go on more ‘listening tours’ than musicologist Harry Smith ever did. She is forever ‘reintroducing’ herself to the American people because she is an empty pantsuit except when it comes to her sense of historical destiny and righteousness.

For better and mostly worse, Bernie Sanders and Donald Trump have at least laid out bold, sweeping platforms that would radically change the status quo at a time when fully two-thirds of us believe the country is headed in the wrong direction. Clinton has simply indulged in lame me-tooism, strategic vagueness and flip-floppery, and a willingness to manage Barack Obama’s third term for him…

Despite overwhelming anti-war sentiments among Democrats and independents after 15 years of failed intervention after failed intervention, she remains an unreconstructed hawk

America is floundering in the 21st century, the victim of indefensible foreign policy that Clinton herself helped to mis-execute; of out-of-control government spending and regulatory excess under successive Republican and Democratic presidents that has dampened economic growth by 50 percent compared to post-war averages; and a hollowing out of faith in government due to endless scandals and malfeasance (misdadigheid. svh) stemming from plutocratic contempt for transparency on the part of our leaders (something else with which Clinton is familiar).

So when Hillary Clinton ascends the throne next January, the least we can do as a serious people is to acknowledge that a person who hates the sharing economy — one of the few bright spots in the economy — is a time-server at best, an enemy of our future at worst.

And we'd do well to remember the last president who lacked the ‘vision thing’ and got elected on the strength of his resume. That would be George H.W. Bush, whose single term as president was nobody's idea of a success. Bush was the end of the line, not the start of something. He was the last president from the Depression era and the last to have fought in World War II. He was clearly unprepared for the post-Cold War world that began under his presidency. In a similar way, the 2016 election will likely be the last in which a Baby Boomer becomes president (here's hoping, anyway). That is as it should be, as both Clinton and Trump, despite claims to the contrary, are relics of the past, not heralds of the future.

Frank, ‘it’s all hidden in plain view,’ maar de man voor wie jij zo’n adembenemend ‘ontzag’ hebt, was niet in staat om de werkelijkheid te zien, en daarom bleef hij in de polder een werkzaam leven lang de meest gerespecteerde ‘gatekeeper of the establishment,’ om, bij gebrek aan een Nederlands equivalent, deze Angelsaksische term eens te gebruiken. Dinsdag 12 juli 2016 berichtte de New York Times over Hoflands 'ideale kandidaat':

Hillary Clinton’s campaign is vetting James G. Stavridis, a retired four-star Navy admiral who served as the 16th supreme allied commander at NATO, as a possible running mate, according to a person with knowledge of the vetting process.


Some close to Mrs. Clinton, the former secretary of state, say she was always likely to have someone with military experience on her vice-presidential shortlist, and Mr. Stavridis, currently the dean of the Fletcher School at Tufts University, fits the description.
http://www.nytimes.com/2016/07/13/us/politics/james-stavridis-hillary-clinton-vice-president.html?_r=1

Belangrijk gezien de NAVO-demonisering van de Russische Federatie is het feit dat in mei 2016 'Stavridis claimed a full-scale nuclear war with Moscow was not unthinkable.'
https://www.rt.com/usa/350876-clinton-stavridis-running-mate/

Het meest opvallende van mainstream-journalisten is niet zozeer wat ze schrijven, maar vooral wat ze verzwijgen omdat bepaalde informatie niet in hun ideologische propaganda past. Toen Hofland in de laatste jaren van zijn leven in De Groene Amsterdammer stelde dat ‘het Westen,’ onder aanvoering van de ‘superieure’ VS, ‘vredestichtend’ was, terwijl voor zijn en onze ogen ‘het Westen’ het Midden-Oosten in een hel had veranderd, werd dit door de mainstream-media geslikt omdat deze waanzin hier voor de waarheid wordt aangezien. Nooit zou één van zijn amechtige fans, ook jij niet, Hofland en zijn publiek attenderen op de woorden van  Smedley Butler, de Amerikaanse generaal die meer dan drie decennia voor de machthebbers op Pennsylvania Avenue werkte. Nooit van hem gehoord? Ik stel hem even voor:

Smedley Darlington Butler (July 30, 1881 – June 21, 1940) was a Major General in the U.S. Marine Corps, the highest rank authorized at that time, and at the time of his death the most decorated Marine in U.S. history. During his 34-year career as a Marine, he participated in military actions in the Philippines, China, in Central America and the Caribbean during the Banana Wars, and France in World War I. Butler is well known for having later become an outspoken critic of U.S. wars and their consequences, as well as exposing the Business Plot, a purported plan to overthrow the U.S. government.

By the end of his career, Butler had received 16 medals, five for heroism. He is one of 19 men to twice receive the Medal of Honor, one of three to be awarded both the Marine Corps Brevet Medal and the Medal of Honor, and the only Marine to be awarded the Brevet Medal and two Medals of Honor, all for separate actions.

Welnu, waarom ik general Smedley Butler opvoer is dat hij in 1933 als insider publiekelijk het volgende verklaarde over het  gewelddadige Amerikaans expansionisme:

I spent 33 years and four months in active military service and during that period I spent most of my time as a high class muscle man for Big Business, for Wall Street and the bankers. In short, I was a racketeer, a gangster for capitalism. I helped make Mexico and especially Tampico safe for American oil interests in 1914. I helped make Haiti and Cuba a decent place for the National City Bank boys to collect revenues in. I helped in the raping of half a dozen Central American republics for the benefit of Wall Street. I helped purify Nicaragua for the International Banking House of Brown Brothers in 1902–1912. I brought light to the Dominican Republic for the American sugar interests in 1916. I helped make Honduras right for the American fruit companies in 1903. In China in 1927 I helped see to it that Standard Oil went on its way unmolested. Looking back on it, I might have given Al Capone a few hints. The best he could do was to operate his racket in three districts. I operated on three continents.

Het feit dat de VS sinds haar oprichting in 1776 slechts 21 jaar niet in oorlog is geweest, oftewel 93 procent van zijn bestaan oorlog heeft gevoerd, onderstreept nog eens hoe gelijk Butler had. Hij was overigens niet de enige Amerikaanse deskundige die uit de school klapte. Op zijn beurt merkte decennia later de vijf sterren generaal Douglas MacArthur op: 

Our government has kept us in a perpetual state of fear — kept us in a continuous stampede of patriotic fervor — with the cry of grave national emergency. Always there has been some terrible evil at home or some monstrous foreign power that was going to gobble us up if we did not blindly rally behind it.

Ook MacArthur was niet de eerste de beste. Hij ‘speelde een belangrijke rol in de Eerste, de Tweede Wereldoorlog en de Koreaanse Oorlog. In 1944 kreeg hij de rang van General of the Army, met vijf sterren als onderscheidingstekens, één van slechts vijf Amerikaanse vijfsterrengeneraals en een van de acht mannen die die titel hebben gedragen.’ 

Bovendien was het de oud-opperbevelhebber van de Geallieerde Strijdkrachten in Europa tijdens de Tweede Wereldoorlog, de vijf-sterren generaal Dwight Eisenhower, die na acht jaar presidentschap in zijn afscheidstoespraak het Amerikaanse volk in 1961 waarschuwde voor de groeiende macht van wat hij ‘het militair-industrieel complex’ noemde:

This conjunction of an immense military establishment and a large arms industry is new in the American experience. The total influence -- economic, political, even spiritual -- is felt in every city, every State house, every office of the Federal government. We recognize the imperative need for this development. Yet we must not fail to comprehend its grave implications. Our toil, resources and livelihood are all involved; so is the very structure of our society.

In the councils of government, we must guard against the acquisition of unwarranted influence, whether sought or unsought, by the military-industrial complex. The potential for the disastrous rise of misplaced power exists and will persist.

We must never let the weight of this combination endanger our liberties or democratic processes. We should take nothing for granted. Only an alert and knowledgeable citizenry can compel the proper meshing of the huge industrial and military machinery of defense with our peaceful methods and goals, so that security and liberty may prosper together…

Disarmament, with mutual honor and confidence, is a continuing imperative. Together we must learn how to compose differences, not with arms, but with intellect and decent purpose. Because this need is so sharp and apparent I confess that I lay down my official responsibilities in this field with a definite sense of disappointment. As one who has witnessed the horror and the lingering sadness of war -- as one who knows that another war could utterly destroy this civilization which has been so slowly and painfully built over thousands of years -- I wish I could say tonight that a lasting peace is in sight.

Eerder al had Eisenhower, met klem erop gewezen dat

Every gun that is made, every warship launched, every rocket fired signifies, in the final sense, a theft from those who hunger and are not fed, those who are cold and are not clothed. This world in arms is not spending money alone.

It is spending the sweat of its laborers, the genius of its scientists, the hopes of its children.

The cost of one modern heavy bomber is this: a modern brick school in more than 30 cities.
It is two electric power plants, each serving a town of 60,000 population.

It is two fine, fully equipped hospitals. It is some 50 miles of concrete highway.

We pay for a single fighter plane with a half million bushels of wheat.

We pay for a single destroyer with new homes that could have housed more than 8,000 people.

This, I repeat, is the best way of life to be found on the road. the world has been taking.

This is not a way of life at all, in any true sense. Under the cloud of threatening war, it is humanity hanging from a cross of iron.

Al deze waarschuwingen van vooraanstaande Amerikaanse insiders staan haaks op de doorgaans oorlogszuchtige praatjes die een buitenstaander als Henk Hofland zijn werkzaam leven lang verspreidde. Hijzelf had nooit aan gevechtshandelingen deelgenomen. De Haagse Post van 12 juli 2012 berichtte dat de stem van de gevestigde orde ‘in 1949’ als ‘huzaar eerste klas, gedetacheerd’ was ‘bij de Leger Film- en Fotodienst, die hem had uitgeleend aan het Bureau Vaste Staven Troepenschepen. Hij draaide speelfilms af op de troepenschepen die de militairen van en naar Batavia verscheepten.’ Ruim zes decennia later bekende Hofland in een kennelijk onbewaakt ogenblik dat hij 'Daar aan boord voor het eerst’ ettelijke ‘gruwelfoto’s’ had ‘gezien van Nederlandse oorlogsmisdaden. Pas toen dit soort foto’s in 2012 in de Nederlandse mainstream-media uitlekte verklaarde hij dat foto’s van ondermeer een executie en een greppel vol Indonesiërs die door het Nederlandse leger waren vermoord, ‘voor hem oud nieuws’ waren. Al die jaren had ‘de beste journalist van de twintigste eeuw’ over de bewijzen van oorlogsmisdaden angstvallig gezwegen om de simpele reden dat een dergelijke onthulling in de jaren vijftig en zestig desastreus zou zijn geweest voor zijn carrière. Zoals de HP terecht constateerde mistte op die manier de 'journalist van de eeuw de primeur van de eeuw.' Om het allemaal nog erger te maken merkte Hofland in 2012 ook nog eens op: ’[v]oor zover ik me herinner, werden ze me niet getoond met trots, maar als bewijzen van ervaring,’ daarmee onbewust benadrukkend dat hij al die tijd de ‘bewijzen van ervaring’ geheim had gehouden. Het zijn bijna altijd oude mannen als Hofland die jonge mannen de oorlog in willen sturen, om hun eigen ‘vaderlandse eerzucht’ en ‘strijdlust’ te bevredigen. Frank, hoe jij ‘ontzag’ voor zo iemand kunt koesteren, is mij een groot raadsel. Tot nu toe heb ik geen reactie van je gekregen op mijn kritiek. Die verwacht ik wel, aangezien een ‘democratie’ alleen functioneert wanneer er een vrije uitwisseling van gedachten bestaat. Vandaar mijn verzoek aan je om hier op mijn weblog te reageren op mijn gedocumenteerde kritiek. Mijn lezerspubliek zal zich dan, via hoor en wederhoor, een eigen oordeel kunnen vormen. Dus ga je gang, en wees niet zo laf als bijvoorbeeld H.J.A. Hofland en Geert Mak om net te doen alsof je neus bloedt wanneer je ter verantwoording wordt geroepen. 

3 opmerkingen:

Ron zei

Ach het heeft allemaal met de polder-bravoure te maken,een pose....De polder-'elite' niets dan pose.
Onderdeel daarvan het 'aanschurken tegen iemand anders' ter meerdere eer en glorie van iemand zelf......

Ron zei

The results of the ongoing US/UK backed Saudi Arabia's atrocities in Yemen......
https://www.icrc.org/en/document/icrc-president-says-world-must-wake-suffering-yemen

Bauke Jan Douma zei

De Nederlandse journalistiek is een Eftelingjournalistiek, één van achterlijkheid
en incompetentie.

De wederzijdse bewondering is onmeetbaar hoog, niet op grond van journalistieke
verdienste (i.e. onthullen daar waar macht verhult), maar slechts op grond van
... statuur; het is een perpetuum mobile: men bewondert de persoon wie anderen
ook bewonderen.

Zou men met een kritisch oog oordelen (zoals hier) dan zou alles verdampen. In
een werkelijk competetief journalistiek klimaat zou het zo gevallen vacuum on-
middellijk opgevuld worden door iemand die het beter doet. In een klimaat van
mutual adoration wordt het vacuum gevuld door lucht waarin de Westermans en de
Wittemans en hoogste woord hebben.