vrijdag 25 maart 2016

Vluchtelingenstroom 85



Allereerst enkele feiten en hun context zoals de vooraanstaande onderzoeksjournalist John Pilger die in maart 2016 gaf tijdens een toespraak aan de Universiteit van Sydney. Onder de titel ‘A World War Has Begun,’ zei hij ondermeer het volgende:

How many people are aware that a world war has begun? At present, it is a war of propaganda, of lies and distraction, but this can change instantaneously with the first mistaken order, the first missile.

In 2009, President Obama stood before an adoring crowd in the centre of Prague, in the heart of Europe. He pledged himself to make ‘the world free from nuclear weapons.’ People cheered and some cried. A torrent of platitudes flowed from the media. Obama was subsequently awarded the Nobel Peace Prize.

It was all fake. He was lying.

The Obama administration has built more nuclear weapons, more nuclear warheads, more nuclear delivery systems, more nuclear factories.  Nuclear warhead spending alone rose higher under Obama than under any American president. The cost over thirty years is more than $1 trillion.

A new mini nuclear bomb is planned. It is known as the B61 Model 12. There has never been anything like it. General James Cartwright, a former Vice Chairman of the Joint Chiefs of Staff, has said, ‘Going smaller [makes using this nuclear] weapon more thinkable.’

In the last eighteen months, the greatest build-up of military forces since World War Two — led by the United States — is taking place along Russia’s western frontier.  Not since Hitler invaded the Soviet Union have foreign troops presented such a demonstrable threat to Russia.

Ukraine – once part of the Soviet Union –  has become a CIA theme park. Having orchestrated a coup in Kiev, Washington effectively controls a regime that is next door and hostile to Russia: a regime rotten with Nazis, literally. Prominent parliamentary figures in Ukraine are the political descendants of the notorious OUN and UPA fascists. They openly praise Hitler and call for the persecution and expulsion of the Russian speaking minority.

This is seldom news in the West, or it is inverted to suppress the truth.

In Latvia, Lithuania and Estonia — next door to Russia – the US military is deploying combat troops, tanks, heavy weapons. This extreme provocation of the world’s second nuclear power is met with silence in the West.

What makes the prospect of nuclear war even more dangerous is a parallel campaign against China.

Seldom a day passes when China is not elevated to the status of a ‘threat.’  According to Admiral Harry Harris, the US Pacific commander, China is ‘building a great wall of sand in the South China Sea.’

What he is referring to is China building airstrips in the Spratly Islands, which are the subject of a dispute with the Philippines – a dispute without priority until Washington pressured and bribed the government in Manila and the Pentagon launched a propaganda campaign called ‘freedom of navigation.’

What does this really mean?  It means freedom for American warships to patrol and dominate the coastal waters of China. Try to imagine the American reaction if Chinese warships did the same off the coast of California.

Nog twee feiten en nog meer context die door de mainstream-media doorgaans verzwegen worden:

1. Thomas Friedman, de bekendste commentator van de New York Times, liet op 28 maart 1999 zijn publiek nog eens weten dat

The hidden hand of the market will never work without a hidden fist. McDonald's cannot flourish without McDonnell Douglas, the designer of the F-15. And the hidden fist that keeps the world safe for Silicon Valley's technologies to flourish is called the US Army, Air Force, Navy and Marine Corps.

Op zijn beurt verklaarde ‘de chroniqueur van Europa’ Geert Mak over ‘the imperial messenger’

Ik vind Friedman altijd wel leuk om te lezen, lekker upbeat, hij is zo’n man die altijd wel een gat ziet om een probleem op te lossen.


2. De VS is 93 procent van zijn bestaan in oorlog geweest. Slechts 21 jaar sinds de stichting van de staat 239 jaar geleden heeft de VS geen oorlog gevoerd. De VS is ontstaan uit geweld en wordt in stand gehouden door geweld. Prominente mainstream-opiniemakers in de polder als Geert Mak en Henk Hofland beweren desondanks dat de VS ‘ordebewaker en politieagent’ van de wereld is, en dat het Westen ‘vredestichtend’ is, en dat Rusland vanwege ‘expansionisme’ het Westen dwingt nog ‘meer aan defensie uit te geven.’ Tegelijkertijd beschouwen deze woordvoerders van de gevestigde orde het doodnormaal dat de VS meer dan 800 militaire bases heeft, verspreidt over de gehele wereld. Ondertussen leidt het simplistisch manicheïsme van degenen die in het polderland doorgaan voor de ‘intelligentsia’ tot beweringen als deze:

‘Brussel’ is een nieuwe slag die IS een Europese samenleving heeft toegebracht in een oorlog die zij aan het verliezen is. Ook Brussel zal weer terugveren. Hoe verschrikkelijk het ook is dat deze aanslagen hebben plaatsgevonden en dat er nieuwe aanslagen zullen volgen; hoe bitter het ook is om het gif van dit geweld zijn werk te zien doen — ook nu zal de veerkracht van de Europese samenlevingen groter zijn dan wat radicaal-islamitische groepen daar tegenover kunnen stellen,

aldus docent geschiedenis aan de Universiteit Utrecht Rutger van der Hoeven, een opiniemaker die tevens als ‘redacteur buitenland’ van De Groene Amsterdammer optreedt. Zijn column van 22 maart 2016 getuigt van een gecultiveerd slachtofferschap dat bovendien de realiteit niet verheldert maar verhult. Zowel de eigen verantwoordelijkheid als de wet van oorzaak en gevolg worden hier ontkend. Het Kwaad is De Ander‘WIJ’ zijn per definitie onschuldig, zo is het infantiele geloof. Tegelijkertijd verzekert Van der Hoeven zijn publiek dat de Europese ‘veerkracht’ overeind zal blijven, terwijl in werkelijkheid de Europese samenlevingen mede door de angst voor ‘het terrorisme' totalitaire trekken heeft gekregen. Het is het optimisme van de dwaas die tegen beter weten in blijft roepen dat ‘wij’ uiteindelijk toch zullen zegevieren. Op die manier draait de ‘politiek-literaire elite’ haar publiek en zichzelf een rad voor ogen. Na vijf eeuwen koloniaal en neokoloniaal geweld in de hele wereld, is de corruptie van de westerse mainstream-opiniemaker zo diep geïnternaliseerd dat hij niet meer in staat is te registreren en logisch te redeneren. Door gebrek aan intellectuele ‘veerkracht’ is hij in zijn eigen propaganda gaan geloven. Dit is niet voor het eerst in de geschiedenis. De Franse denker Julien Benda schreef in het interbellum zijn beroemd geworden aanklacht La Trahison des Clercs (1927) tegen het verraad van de 'politiek-literaire elite.’ Hij stelde het nationalisme, militarisme, de xenofobie, het racisme en provincialisme aan de kaak, benevens het gebrek aan rationalisme en kosmopolitisme van de toenmalige intelligentsia. Al enkele decennia verzaken de polder-intellectuelen nu opnieuw ‘the ideal of disinterested judgement and faith in the universality of truth,’ zoals de Amerikaanse cultuurcriticus Roger Kimball dit samenvatte in de inleiding van de Engelse vertaling van Benda's scherpzinnig betoog. De geschoolden, merkte Benda op, ‘desire to abase the values of knowledge before the values of action.’ Zij zijn gebiologeerd door ‘the cult of success’ en gaan er vanuit dat 'politics decides morality.' Benda benadrukte dat

It is true indeed that these new 'clerks' declare that they do not know what is meant by justice, truth, and other 'metaphysical fogs,' that for them the true is determined by the useful, the just by circumstances.

Ziedaar types als Hofland, Mak en hun aanhang, voor wie de waarheid niet verder reikt dan de waan van de dag. Precies 85 jaar voordat Mak in 2012 bekende dat hij en zijn collega's de  'onwaarheid' niet 'uitbannen,' en 88 jaar voordat Hofland in 2015 opnieuw grootschalige terreur steunde, begreep Benda ‘that the stakes were high, the treason of intellectuals signaled not simply the corruption of a bunch of scribblers but a fundamental betrayal of culture,’ aldus Kimbal, daarbij verwijzend naar 'the ethic of Callicles,' een sofist die in Plato's dialoog Gorgias in een discussie met Socrates betoogt dat 'het natuurlijk en rechtvaardig is dat de sterkste de zwakkere domineert,' en dat het onrechtvaardig (in de betekenis van onnatuurlijk) zou zijn om door rechtsregels de macht van de sterkere aan banden te leggen. In verband hiermee valt op dat bijvoorbeeld ook opiniemaker Rutger van der Hoeven het politieke depolitiseert. Nergens in zijn commentaar wordt de rol van het Westen belicht in het veroorzaken van de contraterreur. Het enige dat hij weet aan te voeren is de kwalificatie dat de ‘daders’ hun aanslagen pleegden ‘in naam van een extreme en marginale ideologie.’ 

Het spreekt voor zich dat deze universitair docent het nooit in zijn hoofd zal halen om de gewelddadige neoliberale terreur van Washington en Wall Street — geen ‘marginale’ maar wel degelijk een ‘extreme ideologie’ — als zodanig zal betitelen, terwijl toch het massale ‘shock and awe’- geweld van de VS een ernstige schending van het internationaal recht betekende, die de hele regio in chaos heeft gestort, en de opkomst van ISIS heeft gefaciliteerd. Impliciet laten Van der Hoeven en  De Groene Amsterdammer daardoor weten dat zodra een ‘ideologie’ niet ‘marginaal' is er geen sprake kan zijn van ‘terreur.’ De mentaliteit van de mainstream-pers is één van de belangrijke redenen dat de postmoderne technocratische maatschappijen ongestoord almaar fascistischer kunnen worden. Het vermoorden van burgers bij een bomaanslag is volgens de mainstream-doctrine buitengewoon ‘schokkend.’ Daarentegen blijft het met westerse gevechtsbommenwerpers en kruisraketten bestoken van bevolkingscentra gepresenteerd worden als ‘humanitair ingrijpen,’ dan wel ‘responsibility to protect.’ Getroffen burgers worden niet gezien als slachtoffers van terreur, maar als ‘collateral damage.’ Vandaar dat ook niemand van de zogeheten ‘politiek-literaire elite’ in de polder verschrikt opkijkt wanneer Friedman stelt dat ‘The hidden hand of the market will never work without a hidden fist.’ Onweersproken kan dit totalitaire systeem worden verspreid, sterker nog, steun aan grootschalig terrorisme wordt door bestseller-auteur Geert Mak, zonder enige gêne,  geprezen als ‘lekker upbeat,’ omdat het 'een probleem’ zou oplossen. En geen geen enkel hooggewaardeerd lid van de zelfbenoemde ‘politiek-literaire elite’ roept de gerenommeerde praatjesmaker ter verantwoording. Zolang gekleurde volkeren elders de dupe zijn van westerse terreur wordt dit door de ‘vrije pers’ als normaal beschouwd, maar zodra westerlingen getroffen worden door contra-terreur is de verontwaardiging en woede grenzeloos. Deze houding demonstreert het onderhuids racisme van de witte opiniemaker. Het demoniseren van islamitische terroristen en het tegelijkertijd prijzen van westerse terreur, heeft inmiddels de voedingsbodem geschapen voor, onder andere, de groeiende haat tegen vluchtelingen, die het — door de VS en de NAVO op gang gebrachte of verergerde  — oorlogsgeweld in hun eigen land proberen te ontsnappen.  


Mak dankbaar zojuist te zijn opgenomen in de rangen der onsterfelijken. De Legion d'honneur zichtbaar op zijn revers.  

Het depolitiseren van de werkelijkheid, dus het verzwijgen en daarmee ontkennen van het politieke aspect van een gebeurtenis, is één van de meest doortrapte manipulatietechnieken waarover de mainstream-journalist beschikt. Niet alleen ontkent hij zodoende de wet van oorzaak en gevolg, maar daarnaast dehumaniseert hij zijn tegenstander. Sinds de val van het Ottomaanse rijk zijn de Arabisch sprekende volkeren in het Midden-Oosten door het Westen bedrogen, gemanipuleerd, vervolgd en onderdrukt. Het was omdat de Britten ‘betrayed the Arabs by reneging on a promise of independence’ dat Lawrence of Arabia in 1918 een ‘knighthood’ weigerde te accepteren toen hem die op 30 oktober 1918 door ‘King George V’ werd aangeboden. De uit het veld geslagen vorst moest toezien hoe Lawrence ‘was refusing the honor before turning and walking out of the palace.’ Geen witte man in het imperialistische Westen weigert een dergelijk eerbetoon; racisme en superioriteitsgevoel  maken het normaal dat de witte man gekleurde volkeren knecht. Niet voor niets liet Geert Mak zich tot ridder in de Legion d’Honneur verheffen door de Franse staat die een lange staat van dienst heeft in het plegen van koloniale oorlogsmisdaden, en die nog in 1985 in opdracht van de toenmalige president Mitterand een terroristische aanslag pleegde op de Rainbow Warrior, het vlaggenschip van Greenpeace, waarbij een Nederlandse fotograaf werd vermoord. De twee Franse terroristen die de bomaanslag hadden gepleegd, werden door Frankrijk bij terugkeer als helden onthaald, en kregen de hoogste militaire onderscheiding, het Legion d’Honneur. Deze feiten waren voor de geprezen mainstream-journalist Geert Mak geen reden om, net als Lawrence of Arabia, af te zien van het ridderschap. Desondanks wijst Mak terrorisme resoluut van de hand, tenminste wanneer Arabieren betreft, over joods en christelijk terrorisme spreekt hij zich nooit uit. Kenmerkend voor de wijze waarop eveneens Rutger van der Hoeven het terrorisme presenteert, is dat hij geen oog heeft voor de historische en politieke context waarin de aanslagen plaatsvinden. Hij depolitiseert het geweld en probeert het voor te stellen alsof we alleen maar te maken hebben met immorele mensen die gedreven worden door een ‘extreme en marginale ideologie.’ Geen woord van hem over de oorzaken die tot ‘het gif van dit geweld’ hebben geleid. Hij en de zijnen verzwijgen de werkelijkheid. Een voorbeeld: voorafgaand aan het Amerikaans en Brits geweld in Irak, gaf ik in het tijdschrift De Humanist van februari/maart 2003, het volgende voorbeeld van de oorzaken die hebben geleid tot de huidige contraterreur:

In een moment van opmerkelijke openheid verklaarde in 1898 de Britse onderkoning van India, Lord George Curzon: 'Ik beken dat voor mij [landen] stukken zijn op een schaakbord waarmee een groot spel wordt gespeeld met als inzet de heerschappij over de wereld.' Eén van die stukken was Perzië en het aansluitende gebied rond de Golf, waaronder het latere Irak. Die strategisch belangrijke regio moest veilig gesteld worden tegen het expansionisme van het Russische rijk. In mei 1903 liet de toenmalige Britse minister van Buitenlandse Zaken, Lord Landsdowne, het Hoger Huis weten dat zijn regering 'het vestigen van een marinebasis of een versterkte haven rond de Perzische Golf door een andere grootmacht als een zeer ernstige bedreiging [zal] beschouwen van de Britse belangen, en we zullen het zeker belemmeren met alle middelen die ons ter beschikking staan.' Nog voor het einde van dat jaar maakte Lord Curzon een rondreis door het Golfgebied om naar de buitenwereld toe andermaal te benadrukken hoe serieus de oliebelangen voor het Brits imperium waren. 

Vijftien jaar later, tien dagen na de wapenstilstand die een einde maakte aan de Eerste Wereldoorlog, vertelde Lord Curzon, ditmaal als voorzitter van de ‘Inter-Geallieerde Petroleum Conferentie,’ dat 'één van de meest verbazingwekkende dingen' die hij als lid van het Britse Oorlogskabinet tijdens de gevechten in Frankrijk en Vlaanderen had gezien 'het enorme leger van gemotoriseerde vrachtwagens' was geweest, om daar vervolgens de conclusie aan te verbinden dat 'de geallieerde zaak naar de overwinning was gedreven op een golf van olie.' De Franse afgevaardigde bij deze conferentie, senator Henry Bérenger, directeur van het ‘Comité Général du Pétrole,’ was tijdens het banket nog explicieter. Olie was 'het bloed van de aarde' en tegelijk 'het bloed van de overwinning… Duitsland had teveel opgeschept over de superioriteit van ijzer en kolen, maar het had onvoldoende rekening gehouden met de superioriteit van olie. Zoals de olie het bloed van de oorlog is geweest, zo zal het het bloed van de vrede zijn. Op dit moment, bij het aanbreken van de vrede, vragen onze burgerbevolkingen, onze industrieën, onze handel, onze boeren allen naar olie, naar meer benzine.' Om zijn punt te onderstrepen sloot Bérenger zijn toespraak in het Engels af met de gedenkwaardige woorden: 'Meer olie, almaar meer olie.' 

Binnen twee weken nadat Curzon en Bérenger op 'het bloed van de overwinning' hadden getoast reisde de Franse premier Georges Clemenceau naar Londen om daar over de oorlogsbuit te onderhandelen. Nu olie de toekomst van de mensheid bepaalde was één van de belangrijkste gespreksthema's hoe de gebieden waar de oliebronnen lagen zouden worden verdeeld. De vraag was daarom wie welke provincie van het ineengestorte Ottomaanse Rijk in het Midden Oosten in handen zou krijgen. Groot Brittannië eiste Mesopotamië op, inclusief het olierijke gebied rond Mosul dat de Franse staat had geclaimd. De Britse premier Lloyd George stelde voor dat de Fransen Syrië zouden krijgen als ze afstand deden van Mosul. Clemenceau ging akkoord op voorwaarde dat zijn land een deel van de opbrengsten van de olieproductie zou ontvangen. En zo geschiedde. Ambtenaren gingen aan de slag en binnen twee jaar was het Midden Oosten in afzonderlijke staten opgedeeld. Met passer en liniaal was een reeks Arabische staten op een tekentafel ontworpen, geheel conform de geopolitieke belangen van de koloniale machten. 

Eén van de landen die vanuit het niets was gecreëerd kreeg de naam Irak. Etnische en religieuze verschillen van de plaatselijke bevolking werden daarbij genegeerd. Koerden, sjiieten en soennieten waren lukraak bijeen geveegd en onder een door de Britten tot koning verheven zoon van een Saoedisch stamhoofd gesteld. Toen de Koerden daartegen in opstand kwamen en door de Britse Strijdkrachten met zenuwgas werden bestookt, reageerde Winston Churchill als minister van Koloniën met de opmerking: 'Ik begrijp die teergevoeligheid niet over de inzet van gas. Ik ben er zeer voor geporteerd om gifgas te gebruiken tegen ongeciviliseerde stammen.' Elders in Irak werd de onafhankelijkheidsbeweging de kop ingedrukt door het met artillerievuur verpulveren van dorpen, het vernietigen van landbouwgrond met fosforbommen en het verspreiden van metalen kraaienpoten om het vee te verminken. Tot 1956 zou Irak in alles behalve naam een uiterst lucratieve kolonie van het Britse rijk blijven. 

Eén van de grootste autoriteiten op het gebied van oliepolitiek, de Amerikaanse schrijver en Pulitzer-prijs winnaar Daniel Yergin, schreef in 1991: 'De Eerste Wereldoorlog maakte het overduidelijk dat petroleum een wezenlijk bestanddeel was geworden in de strategie van naties; en de politici en bureaucraten… zouden vanaf nu halsoverkop naar het brandpunt van de strijd rennen, in de competitie worden gezogen door een gemeenschappelijke besef — dat de naoorlogse wereld een steeds grotere hoeveelheid olie voor zijn welvaart en nationale macht nodig zou hebben. De strijd zou zich focussen op die ene specifieke regio - Mesopotamië.

Nog voordat Bagdad was veroverd, hadden Amerikaanse mariniers het ministerie van Olie in het centrum van de stad bezet. In hetzelfde centrum riepen Amerikaanse militairen tegen plunderaars 'Go in Ali Baba! It´s all yours.' Eyewitnesses report that American soldiers literally opened the gates and the doors to looters of Iraqi museums. Plundered articles were often sold off openly on the streets the very same day. http://www.informationclearinghouse.info/article3311.htm 


Hoe doorslaggevend de westerse oliebelangen waren in een regio waar volgens Volkskrant-commentator Paul Brill ‘weerspannige volkeren’ leven, bleek bijvoorbeeld aan de rücksichtsloze Britse en Franse militaire ‘strafexpedities,’ waarbij al in het interbellum ondermeer Irak met gifgas en fosforbommen werd bestookt. En ook destijds speelden eventuele  morele argumenten net zomin een rol als acht decennia later bij de Amerikaanse politici en legerleiders die de Iraakse bevolking met white phosphorous, clusterbommen, verarmd uranium granaten lieten bestoken, om er -- in de terminologie van Geert Mak -- de ‘orde’ te bewaken. De continuïteit van het westers geweld gaat tot op de dag van vandaag door. De ‘collateral damage’ is aanzienlijk, net als ten tijde van Churchill toen volgens officiële bronnen ‘The effect however was not good as was reported. Even the Wing Commander, J.A. Chamier who ordered the bombing was quoted as saying something along the lines of:

‘Most of the time we bomb the wrong village... but it still shows the Arabs that we mean what we say.’ 

Minister van Oorlog, Winston Churchill, zelf liet tegelijkertijd weten dat

I am strongly in favour of using poisoned gas against uncivilized tribes. The moral effect should be so good that the loss of life should be reduced to a minimum. It is not necessary to use only the most deadly gasses: gasses can be used which cause great inconvenience and would spread a lively terror and yet would leave no serious permanent effects on most of those affected.

Hoe belangrijk die olie bleef, bleek opnieuw in 1953 toen de CIA de democratisch gekozen regering van premier Mossadeq ten val bracht omdat zij de westerse oliebronnen had genationaliseerd. Washington zette Sjah Pahlavi weer op zijn pauwentroon zodat de belangen van het Westen niet opnieuw konden worden geschonden, hetgeen tot 1979 lukte, mede dankzij de folteraars van de beruchte geheime dienst, de Savak. Veelzeggend over de westerse terreur is de opmerking van de immer ‘lekker upbeat’ zijnde Thomas Friedman, die op 7 juli 1991, onder de kop ‘The World; A Rising Sense That Iraq's Hussein Must Go’ de New York Times-lezers informeerde dat

Sooner or later, Mr. Bush argued, sanctions would force Mr. Hussein's generals to bring him down, and then Washington would have the best of all worlds: an iron-fisted Iraqi junta without Saddam Hussein.

De ‘hidden fist’ van het neoliberale Westen zorgt ervoor dat de ‘iron-fisted’ regimes in de Arabische wereld aan de macht blijven. En met miljarden-steun voor de gemilitariseerde zionistische staat  wordt erop toegezien dat ‘weerspannige volkeren’ in de pas blijven lopen. Dat is geen geheim, deze terreur wordt openlijk besproken, maar zodra de sympathisanten van deze terreur even openlijk hierop worden aangesproken, verschuilt de macht zich ogenblikkelijk achter termen als ‘mensenrechten en democratie,’ en spreken mijn mainstream-collega’s zonder enige gewetenswroeging plotsklaps over ‘humanitair ingrijpen’ en ‘Responsibility to Protect.’ De hoerigheid van de ‘vrije pers’ is telkens weer adembenemend. Gezien deze achtergrond kan ik Rutger van der Hoeven’s geschoktheid over ‘terreur’ niet echt serieus nemen. Zijn beschouwing leidt tot de depolitisering van het fenomeen terrorisme, en wel omdat hij de historische context verzwijgt. Alleen daardoor kan hij in de slachtoffer-rol wegkruipen. Geen haar op zijn hoofd dat hij zal schrijven dat de contra-terreur is uitgelokt, en dat als men wil dat het terrorisme ophoudt, allereerst het Westen hiermee onmiddellijk moet stoppen. ‘Wij’ zijn namelijk al eeuwenlang de grootste terroristen. Opnieuw verwijs ik naar Samuel Huntington's geruchtmakende boek The Clash of Civilizations and the Remaking of World Order (1996). Huntington schreef niet zonder reden:

The West won the world not by the superiority of its ideas or values or religion, but rather by its superiority in applying organized violence. Westerners often forget this fact, non-Westerners never do.

Wat zou junior universitair docent geschiedenis drs. Rutger van de Hoeven zijn studenten toch doceren?



Rutger van der Hoeven schreef over 'Terrorisme.' Wiens 'Terrorisme,' doctorandus Van der Hoeven?




3 opmerkingen:

Jan Fré Boven zei

Dit soort artikelen zou veel meer gelezen moeten worden. Er zijn in mijn ogen in het Nederlands-talig taalgebied maar weinig journalisten, en daar is volgens mij Stan één van, die zo ongekleurd mogelijk nieuws brengen.

Ron. zei

Sterk artikel!
Weinig "journalisten" die zich überhaupt journalist zouden mogen noemen.....gewoon weinig journalisten dus.
Veel "servants to the elite", ja...

rebeldad zei

Off topic omdat ik niet zo snel een artikel kon vinden waar ik dit onder kan plaatsen. We hebben het over fascitische regimes elders maar het is reeds hier ( waarschijnlijk nooit weggeweest)
http://www.doorbraak.eu/vernederende-dwangarbeid-verplicht-winkelen-en-dan-alles-weer-terugleggen/

Het Nihilistische Israel

‘Het Westen heeft de wereld niet gewonnen door de superioriteit van zijn ideeën, waarden of religie, maar eerder door zijn superioriteit in ...