zondag 5 oktober 2014

Michel Krielaars van de NRC 10


Om het problematische van het journalistieke simplisme van Michel Krielaars duidelijk te maken moet ik eerst een stapje terug doen. 27 mei 2014 schreef ik op deze weblog het volgende over de mainstream journalistiek:

Stories don't have impact unless they get into the echo-chamber. 
Norman Solomon. Shadows of Liberty. 2012

If it didn't appear in the New York Times, Washington Post, AP, it never happened.
Brad Friedman. Shadows of Liberty. 2012

Beide gezaghebbende Amerikaanse onderzoeksjournalisten spreken uit ervaring. Verzwegen nieuws bestaat domweg niet. De werkelijkheid existeert niet in het bewustzijn van het publiek als de commerciële massamedia er niet over heeft bericht. En dit is precies het grote gevaar van de mainstream pers. Omdat de massamedia claimen een realistisch beeld van de werkelijkheid te geven, meent de mens oprecht geïnformeerd te zijn nadat ze tv hebben gekeken en de krant hebben gelezen en de informatie van de 'vrije pers' hebben geslikt. Dat de journalisten allereerst een financieel belang verdedigen, wordt doorgaans vergeten. Dat de media een vertekening van de werkelijkheid geven speelt geen rol van betekenis in de meningsvorming van het grote publiek. En ook al weet men dat journalisten liegen, dan nog gaat de leugen voor 'waarheid' door, omdat er simpelweg geen andere 'waarheid is, aangezien de andere 'waarheden' zijn weg gecensureerd op televisie, radio en in de krant.  Alleen de kunst, de literatuur kan die andere waarheden accepteren, dat is juist de kern van een roman. Dat geldt niet voor het journalistieke werk, daar heerst het simplisme, de eenduidige, eeuwige waarheid van de macht die geen andere waarheden duldt. Het zijn dan ook de kunstenaars die de werkelijkheid het dichtst weten te benaderen, en zeker niet de mainstream-journalisten met hun eendimensionaal mens- en wereldbeeld, dat van onnozelheden en grofheden aan elkaar hangt en geen enkele ruimte openlaat voor het raadselachtige en het subtiele in het leven. De journalistiek weigert in te zien dat 'elke vooruitgang zijn eigen achterlijkheid [schept].' Deze observatie is van de auteur, Frans Kellendonk, die in zijn lezing Idolen (1986) op een scherpzinnige manier de dwaasheid van de westerse journalistiek aan de kaak stelde. Hij wees erop dat

Het realisme een weerspiegeling van de werkelijkheid [veinst] te zijn, maar stiekem gaat het afbeelden precies andersom: aan de werkelijkheid wordt door het realisme een beeld opgedrongen.

Dat is des te gevaarlijker omdat dit vertekend 'realisme,' aldus Kellendonk, 'oppermachtig heerst' in 'de journalistiek. Die geeft zich zonder voorbehoud uit voor naakte werkelijkheid… Niets is zo levend, of deze geestdodende vervreemdingsmachine weet het onverwijld op maat te snijden.' De pretentie dat journalisten de werkelijkheid zouden kunnen weergeven is volstrekt onzinnig, daarvoor is de werkelijkheid te groot, te gelaagd, te verfijnd en te gecompliceerd om die elke dag weer in kort bestek te kunnen samenvatten. Flaubert had een heel boek nodig om de complexiteit van Madame Bovary te belichten, Tolstoj had Oorlog en Vrede nodig om te laten zien hoe de mens door krachten buiten hem om wordt meegesleurd. Het enige dat  de journalistiek daar tegenover kan stellen is een uiterst versimpelende ideologie. Terecht schreef Kellendonk dat de 'journalistieke media allemaal verpolitiekt [zijn]' waarbij de 'ideologie de wereld van het uitgeschakelde denken is en de volautomatische moraal.'  Goed en Kwaad zijn bij voorbaat onwrikbaar vastgelegd. Goed is Het Ik, slecht is  De Ander, per definitie, en wel omdat ‘de mens zich een wereld [wenst] waarin het goed en het kwaad duidelijk van elkaar te onderscheiden zijn, want in hem huist het ingeschapen en ontembare verlangen te oordelen alvorens te begrijpen.’ Ik moet telkens opnieuw aan deze observatie van de auteur Milan Kundera denken wanneer ik een stuk lees van iemand die op hoge toon en met veel retoriek onze Westerse waarden bejubelt om vervolgens obsessief het kwaad in De Ander te projecteren.

Kenmerkend voor de producten van Michel Krielaars, 'Chef bijlage Boeken' van de NRC is dit ééndimensionale mens- en wereldbeeld met zijn scherpe scheiding tussen goed en kwaad. Volgens Krielaars wijkt de doorsnee Rus fundamenteel af van de westerling, want 

Bij een meerderheid van de Russische bevolking lijkt ieder vermogen tot onafhankelijk denken verdampt… de annexatie van de Krim, heeft bij veel Russen ieder kritisch vermogen weggevaagd.' 

Daarentegen kan de westerling 'met zijn ethische normen en waarden' de Rus op het juiste pad brengen. Het is uiteraard een lachwekkende voorstelling van zaken, maar tegelijkertijd exemplarisch voor wat de westerse mainstream-media permanent doen, zoals Europese en Amerikaanse intellectuelen gedetailleerd beschrijven. Zo verklaarde bijvoorbeeld professor Herman Daly 'former senior World Bank Economist,' over de westers beursspeculanten: 'They are getting away with all kinds of legal thievery. People are beginning to get angry, but nog nearly enough.' Tot zover de westerse 'ethische normen en waarden' die zo tot voorbeeld dienen voor de rest van de mensheid. Ik had natuurlijk ook de Vietnam-Oorlog en de CIA-staatsgrepen overal ter wereld kunnen noemen en Abu Ghraib, Guantanamo en de door het Westen verergerde chaos in Afghanistan, Irak, Libië, Syrië en Oekraïne, maar dat moet inmiddels overbodig zijn. Degene die deze terreur nog niet weet, zal haar nooit weten. 

Michel Krielaars' manicheïsme blijkt tevens uit zijn fictie. In een recensie van Krielaars' verhalenbundel Vanillevla met frambozen schreef Juliette van Wersch, redacteur bij uitgeverij A.W. Bruna, onder de kop 'Verhalenbundel van Michel Krielaars mist overtuigingskracht':

Hoewel de personages uit Vanillevla met frambozen allemaal vreemd en zielig moeten overkomen, worden ze niet erg geloofwaardig door de auteur neergezet. De apathie en treurnis die Krielaars beschrijft, zouden de personages herkenbaar en begrijpelijk moeten maken, maar het blijven kartonnen poppetjes die aangekleed worden door de materiële dingen om hen heen. Boterhammen uit een Tupperwarebakje als lunch voor de hypochondrische ambtenaar, een dikke auto voor de rijke zakenman, de bordeauxrode broek en blauwe blazer van een Porschebestuurder, en de afhaalmaaltijden en diepvriespizza voor de gescheiden saaie man zijn slechts enkele voorbeelden van de clichématige typeringen die hij gebruikt om de personages neer te zetten.

Ook de lichte, matte, soms een beetje ironische toon die Krielaars gebruikt, zorgt ervoor dat je je maar matig kunt inleven. Er blijft een bepaalde afstandelijkheid, waardoor de verhalen je niet echt raken. Die toon past wel bij de sfeer van gelatenheid, maar maakt het moeilijk te begrijpen wat de auteur precies wil zeggen met zijn verhalen. Moet het nu wel of niet dramatisch zijn? Hij mist een bepaalde scherpzinnigheid die zijn verhalen waarschijnlijk een stuk interessanter had gemaakt. Nu kabbelt het maar door zonder dat je ergens echt getroffen wordt door een scherp beschouwende analyse van het menselijk leed. Bovendien hanteert de auteur een weinig flatteuze stijl. Simpele, voor de hand liggende bewoordingen en korte zinnen maken zijn teksten weinig levendig.

Kort samengevat: ook de fictie van Krielaars blijft clichématig en mist bezieling. Hij schept een bordkartonnen werkelijkheid, een Potemkin-façade. De 'Chef bijlage Boeken' van de zich als 'kwaliteitskrant' presenterende NRC mist inderdaad 'een bepaalde scherpzinnigheid,' namelijk het vermogen om door het uiterlijk vertoon heen de kern te zien van het immens vergeefse van al het menselijk handelen. Hij beseft niet wat de grote Griekse tragedieschrijvers zich al tweeënhalf millennia wel realiseerden, namelijk het in wezen tragische lot van de mens. Krielaars is een mainstream-journalist die met een ideologische missie de wereld wil bekeren; de Rus moet worden zoals hij, een diep gehersenspoelde neoliberale consument. En zo niet, dan moet de Rus tot de orde worden geroepen. Als hij Tsjechov leest dan leest hij er een politiek tractaat in, maar geen literatuur. De literatuur laat, in tegenstelling tot de simplistische karikatuur van de journalistiek, de complexiteit van het bestaan zien, en juist die wijsheid kan Krielaars niet toelaten. De wereld is voor hem zwart/wit. Dat hij 'Chef bijlage Boeken' is geworden is tekenend voor de vervlakking en de gelijkschakeling van de journalistiek, die naadloos passen in het totalitaire neoliberale kapitalisme. 






Geen opmerkingen:

Peter Flik en Chuck Berry-Promised Land

mijn unieke collega Peter Flik, die de vrijzinnig protestantse radio omroep de VPRO maakte is niet meer. ik koester duizenden herinneringen ...